ERIK PAPE | Dingen die mij opvielen
29.11.2025 – 01.03.2025

Erik Pape (Roosendaal, 1942) bracht het grootste deel van zijn jeugd door in Rijswijk. Dagelijks liep hij langs het Tollenshuis, nu Museum Rijswijk, op weg naar school. 

Al op jonge leeftijd werd zijn artistieke talent opgemerkt en nam hij schilder- en tekenles bij vader en zoon Van Bloppoel, Anthony (1879–1971) en Jan (1920 – 1972), van wie het museum een ruime collectie werken bezit. Toen hij zestien jaar was, belandde Pape op de Koninklijke Academie van Beeldende Kunsten in Den Haag. Inmiddels werkt hij al decennialang in zijn atelier in Delft en beschikt hij over een uitvoerige lijst van tentoonstellingen, collecties en publicaties. Zijn werk is onder andere tentoongesteld en verzameld door het Stedelijk Museum Schiedam, Museum Prinsenhof in Delft, Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam, Van Abbemuseum in Eindhoven en Kunstmuseum Den Haag. 

Erik Pape heeft een grote voorliefde voor Parijs. Dat begon al in zijn tienerjaren toen de stad een enorme aantrekkingskracht op hem had en hij besloot hij Frans te leren. Jarenlang probeerde hij zelfs minimaal één maand per jaar in Parijs te wonen en te werken. Zo is de stad een belangrijk thema geworden binnen zijn oeuvre. Sinds enkele jaren werkt Pape vooral in zijn atelier in Delft. Op panelen schildert hij stillevens, meestal met een botanisch karakter. Hij legt vast wat hem opvalt en laat daarbij ook veel weg van de oorspronkelijke voorstelling. Door het onderwerp terug te brengen tot de kern, blijft er in het werk veel ruimte over voor sfeer, kleur en licht- en donkerwerking. Via de techniek van overschilderen zoekt Pape in ieder werk naar harmonie tussen alle elementen in de voorstelling, waardoor de uiteindelijke compositie ontstaat die hem tevredenstelt. 

Erik Pape | Dingen die mij opvielen toont in twee zalen zowel de Parijse schilderijen, als de stillevens van objecten van dichtbij, vaak met een botanisch karakter.